Slavenhandel en Slavernij

Joseph Cinqué ook wel Sengbe Pieh genoemd was een 26 jarige man die in 1839 de slavenopstand op het Spaanse slaventransportschip ‘La Amistad’ leidde.
Joseph’s reis begon in zijn geboorteland Sierre Leone waar hij door slavenhandelaren gevangen werd genomen samen met honderden andere West-Afrikanen. Zij werden naar Cuba gebracht aan boord van het Portugese schip Tecora. Het was zacht uitgedrukt een verschrikkelijke reis waarbij ongeveer een derde van de slaven het niet overleefden. Eenmaal aangekomen in Cuba werd Joseph Cinqué samen met 52 andere overlevenden gekocht door twee Spanjaarden.
Van daaruit begon zijn reis op het schip ‘La Amistad’. In juli 1839 begon de ‘Amistadopstand’ toen Joseph de kettingen aan zijn polsen en enkels los wist te krijgen met behulp van een spijker die hij had gevonden. Hij bevrijdde spoedig daarna de andere slaven, doodde een gedeelte van de Spaanse bemanning en beval de overlevenden om terug te varen naar Sierra Leone.
De Spaanse bemanning manoeuvreerde het schip echter richting het Noorden waardoor zij de kust van de Verenigde Staten bereikten.
Daar werden Joseph Cinqué en zijn lotgenoten opnieuw in het gevang gezet en begon een lange maar interessante juridische strijd. De Spaanse overheid was samen met de eigenaren van het schip van mening dat de slaven tot hun eigendom behoorden. De Verenigde Staten had de Trans-Atlantische slavenhandel inmiddels verboden en oordeelde dat de onrechtmatig gevangen genomen mannen nu vrij waren.
Deze rechtszaak werd in de Verenigde Staten een belangrijk symbool van de anti-slavernij beweging.